De stap van de middelbare school naar een BBL-traject op de vervolgopleiding kan nog weleens voor problemen zorgen. Om die overstap zo soepel mogelijk te laten verlopen, start InstallatieWerk vanaf komend jaar in samenwerking met het Graafschap College met een nieuw onderwijsmodel: pre-BBL. Jan Gersen vertelt over de vele voordelen hiervan.
Vroeg opstaan, weinig praktijkervaring, ontbrekende sociale vaardigheden; het valt niet mee om van vijf schooldagen over te gaan naar een vierdaagse werkweek. En dat merken zowel bedrijven als leerlingen zodra de eerste weken in een eerstejaars BBL-traject erop zitten. Daarom kiest InstallatieWerk Achterhoek Rivierenland nu samen met het Graafschap College voor een pre-BBL-traject, een voortraject van de ‘echte’ BBL. In het nieuwe schooljaar zullen alle 50 instromers van niveau 1, 2 en 3 dit traject volgen en starten in het pand van Bouwmensen aan de Gildenstraat in Doetinchem.
Pre-BBL
Jan Gersen, Opleidingsmanager Gebouwde Omgeving op het Graafschap College, legt uit wat het pre-BBL-jaar precies inhoudt: “De eerste zes weken komen leerlingen van installatie- en elektrotechniek en bouw samen aan de Gildestraat en zullen ze zowel theorie- als praktijkles krijgen. Daarna volgt een stage van zeven weken. In de winterperiode komen ze allemaal terug en starten we met een project waarbij leerlingen van installatie- en elektrotechniek gaan samenwerken met leerlingen van een bouwopleiding.”
Dat laatste is volgens hem belangrijk, omdat het in de praktijk nog weleens ontbreekt aan overlap tussen beide branches en er zogeheten faalkosten ontstaan. “Studenten moeten elkaars vakgebied leren kennen en kunnen samenwerken. Zo kweek je ook meer begrip voor elkaar.” Bovendien is het voor veel bedrijven belangrijk dat arbeidskrachten vandaag de dag steeds breder zijn opgeleid. “Uit de technische branche is steeds meer vraag naar generalisten”, vervolgt Gersen. “Leerlingen moeten dus kennis hebben van verschillende vakgebieden.”
Bedrijf en leerling vinden elkaar
Na de eerste stage en de projectfase volgt in het voorjaar nog een stage van negen weken. Het grote voordeel hiervan is dat dit niet bij hetzelfde bedrijf hoeft te zijn als waar de eerste stage heeft plaatsgevonden. “Studenten kunnen zo meerdere bedrijven van binnen zien en verschillen ervaren. Dat moet ervoor zorgen dat ze uiteindelijk een keuze maken die het best aansluit bij hun interesses en vaardigheden. Voor een bedrijf kan het ook voordelig zijn om in de tweede periode weer een nieuw gezicht te zien. Maar het is niet verplicht. Als de eerste periode goed is bevallen voor beide partijen, mag de tweede stage bij hetzelfde bedrijf plaatsvinden.”
Uitgangspunt van het pre-BBL-model is dat leerlingen en bedrijven elkaar uiteindelijk op het juiste moment vinden. Dat geduld is soms lastig vast te houden. “Sommige studenten hebben al ervaring bij een bedrijf, waardoor de overstap naar BBL eigenlijk niet groot is. Toch kan het goed zijn om nog een kijkje te nemen in de keuken van een ander bedrijf. Maar als iemand een gezin te onderhouden heeft, kunnen we hem moeilijk op stage sturen.” Ook sommige bedrijven starten het liefst meteen met een BBL-leerling, al zijn de meeste bedrijven volgens Gersen erg enthousiast over de nieuwe methode.
Gebouwde Omgeving
De huidige verplaatsing van een deel van de praktijklessen van Didam naar Doetinchem is de aanloop naar een grotere verhuizing. Momenteel zijn er oriënterende gesprekken gaande over een geheel nieuw pand in Doetinchem waar alle opleidingen van de Gebouwde Omgeving (bouw, installatiewerk, meubel en interieur) zullen samenvallen. Wat betreft de rol van InstallatieWerk verandert er behalve de locatieswitch en het nieuwe onderwijsmodel vooralsnog niet veel, benadrukt Gersen tot slot. “Zij blijven de studenten plaatsen en leveren gewoon de praktijkinstructeurs die op de Gildenstraat actief zullen zijn.”
Op 4 juli is er een voorlichtingsavond over pre-BBL. Deze vindt plaats op de Gildenstraat 27 in Doetinchem en begint om 19.30.